Een laadpaal kopen: waar moet je op letten?
Je wagen opladen bij openbare laadpunten is geen rendabele langetermijnoplossing. Een eigen laadpaal biedt heel wat voordelen, maar de installatie vraagt wat denkwerk. Om de laadcapaciteit van je elektrische wagen optimaal te benutten, zijn er een aantal factoren waar je rekening mee moet houden.
Waarom kiezen voor een eigen laadpaal?
Ondertussen staan er zo’n 80.000 (semi-)publieke laadpalen verspreid over heel Nederland. Dat cijfer is momenteel voldoende om het huidige aantal elektrische wagens van stroom te voorzien en groeit ook mee naarmate er meer elektrische voertuigen (EV) bijkomen. Het grootste voordeel van een publieke laadpaal is dat jij niet opdraait voor de installatiekosten.
Is een eigen laadpaal dan wel nodig?
Hoewel je inderdaad de eenmalige installatiekost uitspaart, zijn er ook een aantal grote nadelen aan publieke laadpalen verbonden:
- Beperkte beschikbaarheid
Stel: je rijdt al een tijdje rond op een lage batterij. Gelukkig staat er een laadpaal bij je vaste tankstation. Je rijdt de oprit op en… er staat al een andere auto op te laden. Dan sta je nog een tijdje vast tot jij aan de beurt bent. Of loop je liever het risico stil te vallen op zoek naar een ander laadpunt? Dat probleem heb je niet met een eigen laadpaal. Bovendien kan je met een eigen laadpaal je wagen gewoon ’s nachts opladen. Zo hoef je nooit te wachten tot je batterij vol zit.
- Hoge prijs
De elektriciteitsprijs bij een openbaar laadpunt verschilt sterk van je eigen elektriciteit: je betaalt er twee tot zelfs vier keer zoveel als thuis of op het werk. Kies je voor een eigen laadpaal, dan betaal je zelf voor de installatie, maar tijdens zijn levensduur laad je wel steeds aan een voordeliger tarief. Zo haal je de installatiekosten er snel uit.
- Slechte spreiding
Het aantal openbare laadpalen is niet gelijk verdeeld over heel Nederland. Noord- en Zuid-Holland zijn elk met meer dan 40.000 laadpalen goed voorzien, maar wie in Friesland, Flevoland, Groningen, Drenthe of Zeeland woont, heeft pech. Samengeteld komen die provincies nog niet aan half zoveel laadpunten.
Met een eigen laadpaal verdwijnen al die beperkingen als sneeuw voor de zon.

Waar moet je op letten bij de aankoop van een laadpaal?
1. De ruimte
Een laadpaal moet wettelijk gezien altijd op je eigen grond geplaatst worden. Als je een eigen oprit of garage hebt, zijn er dus veel mogelijkheden. De belangrijkste beslissing is dan: kies ik voor een wallbox of een laadpaal?
- Zit je met een moeilijke ondergrond? Dan is een wallbox vaak een betere optie om grote werken te vermijden.
- Als je meer dan één elektrische wagen wil opladen, is een laadpaal een betere keuze. Daar kunnen twee connectoren in gestoken worden.
- En natuurlijk is er nog je esthetische voorkeur.
Geen plaats om een laadpaal op je eigen grond te installeren? Dien dan een vergunningsaanvraag in bij de gemeente. Bij goedkeuring volgt een verkeersbesluit om de laadpaal op een openbare plaats te zetten. ➔ Tip: Dat wil wel zeggen dat iedereen in de buurt met een EV de paal mag gebruiken. Als er meerdere eigenaars van elektrische auto’s in je omgeving wonen, is het een goed idee om de handen in elkaar te slaan voor de vergunningsaanvraag. Je gemeente zal sneller geneigd zijn de aanvraag goed te keuren én je kan de installatiekosten delen. |
2. De kabel
De meeste autofabrikanten leveren gratis een aangepaste oplaadkabel bij het voertuig waarmee je de elektrische wagen ook kan opladen aan het stopcontact. Ga na of die compatibel is om aan te sluiten op de lader die jij voor ogen hebt.
- Let op: Hou ook rekening met de lengte van je kabel. Die is doorgaans minstens drie meter lang, maar afhankelijk van je parkeersituatie zal je een langere nodig hebben.
Heb je geen aangepaste laadkabel? Dan kies je beter voor een laadstation waar al een kabel aan hangt.
3. De capaciteit van de wagen
Welk laadvermogen compatibel is met dat van je wagen hangt af van de omvormer, het onderdeel dat de wisselstroom van je elektriciteitsnet omzet in bruikbare gelijkstroom voor de batterij van je EV. De hoeveelheid en het type stroom dat de omvormer kan verwerken, bepalen hoe snel je een wagen kan laden.
Welk vermogen je voertuig nodig heeft, bereken je met deze formule:
Stroomsterkte (in ampère) x spanning (in Volt) / 1000 x aantal fasen = capaciteit (in kilowatt)
Berekening voor een Honda e |
Berekening voor een Renault Zoe R90/110/135 |
28 A x 230 V / 1000 x 1 fase = 6,4 kW |
32 A x 230 V / 1000 x 3 fasen = 22 kW |
Investeren in een laadpaal met een vermogen hoger dan 6,4 kW is nutteloos voor een Honda e, want die kan enkel 1-fasestroom verwerken van 28 A. |
De Renault Zoe daarentegen kan 3-fasestroom verwerken van 32 A, wat betekent dat je een laadpaal met 22kW vermogen nodig hebt om daar optimaal gebruik van te maken. |
4. Het elektriciteitsnetwerk van je woning of bedrijf
In Nederland zijn woningen sinds het begin van deze eeuw standaard uitgerust met 3 fases. Het is niet langer mogelijk om een 1-fase aansluiting aan te vragen. De meeste huizen kunnen echter zonder problemen worden omgezet naar 3 fases, waarbij het maandelijkse bedrag gelijk blijft. Het kan echter wel aanleg kosten met zich meebrengen. Bij deze omschakeling gaan huizen van een 1x35A naar een 3x25A aansluiting.
Bij het kiezen van jouw elektrische voertuig is het essentieel om te controleren of de auto overeenkomt met de fasestroom van jouw huishouden. Het heeft bijvoorbeeld geen zin om voor een 3-fasige laadpaal te kiezen als je stroomnetwerk dat niet ondersteunt.
- Als je snel wilt laden en momenteel een 1-fasige aansluiting hebt, is het raadzaam om een overstap naar een 3-fasige aansluiting te overwegen. Houd er rekening mee dat dit gepaard gaat met extra kosten en een volledige herkeuring van je elektrische installatie.
Wil je zeker zijn van een goede installatie? Neem dan contact op.